Vak:
Spss
Uitleg:
De leerling zoekt bijles omtrent de statistische procedures (SPSS) die ze moet ondernemen in opdracht van haar thesis. Ze botst steeds op moeilijkheden (niet voldaan aan alle voorwaarden, onrealistische uitkomsten…) waardoor ze potvast zit. Daarnaast weet ze niet de juiste onderzoeksprocedure uitvoer om haar onderzoeksvraag te beantwoorden. Graag zou ze starten met de bijles op 17 juni, met andere woorden, zo snel mogelijk. Ze kan haar verplaatsen via de auto in de regio Gent/Zottegem/Merelbeke/Oosterzele/.... Indien nodig, hier wat achtergrond informatie betreffende mijn thesis: “Etnische identiteit is een multidimensionaal construct. Men identificeert zich met de groep en de bijhorende territoriale identiteit. Een territoriale identiteit ontstaat door identificatie met een bepaalde plaats of territorium, de mensen die er verkeren en de activiteiten die daar plaatsvinden. Men kan zich tegelijkertijd met verschillende plaatsen identificeren. Op deze manier ontstaat een transnationale, hybride identiteit. (…) Er is veel evidentie dat bepaalde migrantengroepen sterk geconfronteerd worden met racisme en uitsluitingspraktijken. Maar wanneer de dominante samenleving de migrantengroep afwijst, kan een reactieve etniciteit ontstaan: als reactie op de afwijzing benadrukken migrantengroepen hun transnationale identiteit. Dit onderzoek gaat na in hoeverre jongeren met en zonder migratie-achtergrond zich identificeren als Belg. De focus van de studie ligt op de invloed van waargenomen racisme op (trans)nationale identificatie bij jongeren met een migratie-achtergrond. Daarnaast tracht dit onderzoek na te gaan of identificatie met de stad een alternatief kan zijn bij een gebrek aan identificatie als Belg.” De onderzoeksvragen zijn als volgt: 1. In welke mate verkiezen jongeren met een migratie-achtergrond al dan niet de (trans)nationale identiteit? 1.1. Is de sterkte van de (trans)nationale identiteit onder jongeren met een migratie-achtergrond afhankelijk van generatie tot generatie 1.2. Is er bij de jongeren zonder migratie-achtergrond überhaupt sprake van een Belgische nationale identiteit? 2. In welke mate beïnvloedt gepercipieerde discriminatie (trans)nationale identiteit onder jongeren met een migratie-achtergrond. 2.1. Is de beïnvloeding van gepercipieerde discriminatie op (trans)nationale identiteit hoger bij jongeren met een origine uit een niet EU-15 land? 3. In welke mate is er sprake van een stadsidentiteit onder de jongeren?
Provincie:
Oost-Vlaanderen
Gemeentes waar bijles kan plaatsvinden:
Gent
Merelbeke
Oosterzele
Zottegem
Studierichting van student:
Master sociaal werk